‘Hoera, we hebben een arbeidsmarkt probleem’

Roger Ruijters, bestuurder van Envida

Wat staat de sector zorg en welzijn dit jaar te wachten? Wat wordt de belangrijkste opdracht? We blijven positief en richten het vizier op de toekomst. In deze serie laten we zien hoe zorg- en welzijnsorganisaties in Limburg zich voorbereiden op de wereld van morgen. Vandaag deel 5: bestuurder Roger Ruijters van Envida, de organisatie voor ouderenzorg in de regio Maastricht-Heuvelland.

Hoe kijkt u terug op 2020?

“Met een dubbel gevoel. Het was een jaar met veel ellende en stress, maar ook een jaar waarvan we enorm veel geleerd hebben. Dankzij corona weten we wat de kracht van samen is. Waar onze focus ligt, wat de essentie is van onze organisatie voor thuiszorg en verpleeghuiszorg. We zijn er om ervoor te zorgen dat het leven van mensen ook in moeilijke tijden de moeite waard blijft. Ons werk is in wezen niet zo ingewikkeld, we hebben het met allerlei regels en protocollen ingewikkeld gemaakt. Zeker in zo’n grote zorgorganisatie als de onze met bijna 4000 medewerkers is het lastig om het voor iedereen eenvoudig te houden. De coronacrisis leerde dat dit wel degelijk kan. Toen deze gezamenlijke vijand op ons afkwam, schoven we de regeldruk aan de kant en waren we alleen nog maar gericht op het bestrijden van dit virus. Mijzelf inbegrepen. Ik was bezig met het regelen van beschermingsmiddelen, extra hulptroepen en kinderopvang en waakte over het welzijn van medewerkers. Daarbij zocht ik steeds naar de juiste balans. Om als bestuurder het overzicht te kunnen bewaren, probeerde ik me niet te diep in de crisis te laten meezuigen. Dat viel nog niet mee.”

Wat wordt de belangrijkste opgave in het nieuwe jaar?

“Heel belangrijk is dat we de lessen van corona niet laten verdampen. Deze crisis heeft ervoor gezorgd dat dat onze grote organisatie klein is gaan voelen. Verbindingen die normaliter pas na lang vergaderen werden gelegd, ontstonden nu als vanzelf. Dat gevoel van saamhorigheid en die cultuur moeten we vasthouden. Een nieuwe manier van werken waarbij je niet alleen de eigenaar van het probleem bent, maar ook van de oplossing.

Toen de personele nood zo hoog was, hebben we via een driedaagse opleiding 85 nieuwe mensen opgeleid tot basiszorgverlener. Mensen die direct inzetbaar waren in de praktijk. Om maar aan te geven waar ook een grote organisatie toe in staat is.”

"Ik denk nooit in problemen, enkel in oplossingen. Als iedereen moord en brand schreeuwt over een arbeidsmarktprobleem, denk ik: Hoera, we hebben een arbeidsmarktprobleem. Als alles op rolletjes zou lopen op de arbeidsmarkt, zou er ook geen draagvlak zijn voor technologische en sociale innovaties."

Hoe kijkt u naar de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt?

“Met een positieve blik. Er komen bij Envida nog altijd meer mensen binnen dan er weggaan. Dat komt omdat we heel veel aandacht hebben voor onboarding. Het tekenen van een arbeidscontract is mooi, maar voor ons ben je pas écht aan boord wanneer je goed en veilig bent geland. Als we weten dat je blij bent met je werkplek en met je teamleider, dat je goed wordt begeleid en wijzer wordt gemaakt in je vak. En dat je baas kunt zijn over je eigen werk.

Envida Perspectief, zo noemen we dit speerpunt van ons HR-beleid. Ook in 2021 zetten we hier vol op in.”

Bent u ook zo optimistisch over de toekomst van de sector?

“Absoluut. Ik denk nooit in problemen, enkel in oplossingen. Als iedereen moord en brand schreeuwt over een arbeidsmarktprobleem, denk ik: ‘Hoera, we hebben een arbeidsmarktprobleem’. Als alles op rolletjes zou lopen op de arbeidsmarkt, zou er ook geen draagvlak zijn voor technologische en sociale innovaties. Dan zouden we heel veel kansen laten liggen om de sector toekomstbestendig te maken. Ik zie dit als een persoonlijke missie. Ik ben er niet alleen maar om hier de tent te runnen, ik wil meehelpen om de langdurige zorg klaar te maken voor de toekomst. Oftewel: hoe kunnen we de zaken slimmer en efficiënter organiseren zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van leven van onze cliënten en het werkplezier van medewerkers.”